Compostering reststromen van Vaste Planten- en zomerbloementelers

Businesscase
Elk teeltbedrijf van Vaste Planten en Zomerbloemen heeft een reststroom van plantaardig materiaal. Dit materiaal bestaat uit afgemaaide gewasresten, uitschot bij de oogst van bloemen en planten, overschotten bij het rooien en onkruid als er handmatig gewied wordt. Deze reststroom wordt nu meestal als afval afgevoerd. Hiermee verdwijnen kostbare nutriënten en organische stoffen van het bedrijf, die later in de vorm van compost en (kunst)mest weer moeten worden aangevoerd. De bedrijven hebben zelf geen mogelijkheden om de gewasresten veilig en efficiënt te composteren. Goed composteren vergt kennis en aandacht om het proces goed te sturen en geen risico te lopen op overblijvende ziektekiemen en onkruidzaad.

In deze businesscase wordt de mogelijkheid van het centraal composteren van gewasresten onderzocht. Een composteerbedrijf zamelt dan de gewasresten van verschillende bedrijven in. Deze worden bij elkaar gecomposteerd. Vervolgens wordt de ontstane compost naar evenredigheid over de bedrijven verdeeld.
Het doel is om geen kostbare mineralen en organische stof van het bedrijf te laten verdwijnen.De bedrijven behoeven minder te investeren in meststoffen en het organische stof gehalte van de grond blijft beter op peil, wat leidt tot een gezondere teelt met minder middelengebruik.

Plan van aanpak
In de aanpak wordt een go-no go moment opgenomen. Eerst zal worden onderzocht of de voorgestelde constructie (wettelijk) haalbaar is, als het gaat om een neutrale mineralenboekhouding. Als dit mogelijk blijkt (go) zal een inventarisatie gemaakt worden van geïnteresseerde telers en composteer-bedrijven. Er zal een inschatting gemaakt worden van de hoeveelheden en de aard van de gewasresten, op basis waarvan composteerbedrijven kunnen bepalen of er toevoegingen noodzakelijk zijn om tot een goede compost te kunnen komen en of deze toevoegingen in het wettelijke kader passen.Als het ernaar uitziet dat centraal composteren haalbaar is zal een vervolgproject worden geformuleerd, waarin in een pilot de praktische uitvoering van het proces en de kwaliteit van de compost wordt gemonitord.

Betrokken bedrijven / organisaties

  •  van Berkel Hillegom - teler vaste planten  
  • Janson Lisse - teler zomerbloemen
  • De Meerlanden Noordwijkerhout - Composteerbedrijf

Samenvatting van de uitgevoerde activiteiten en conclusie
 
Elk teeltbedrijf van Vaste Planten en Zomerbloemen heeft een reststroom van plantaardig materiaal. Deze reststroom wordt nu meestal als afval afgevoerd. Hiermee verdwijnen kostbare nutriënten en organische stoffen van het bedrijf, die later in de vorm van compost en (kunst)mest weer moeten worden aangevoerd. In dit project is de mogelijkheid van het centraal composteren van gewasresten, met gesloten mestboekhouding, onderzocht. Een composteerbedrijf zamelt dan de gewasresten van verschillende bedrijven in. Deze worden bij elkaar gecomposteerd. Vervolgens wordt de ontstane compost naar evenredigheid over de bedrijven verdeeld.
 
De conclusie van dit project is dat het centraal laten composteren van gewasresten door een groep telers niet met gesloten mestboekhouding mogelijk is. Daarnaast is de aparte compostering van de deze groep op de composteringsbedrijven (praktisch) niet mogelijk en kan de kwaliteit, door wisselende samenstelling van het afval niet worden gegarandeerd. Het beste alternatief is afvoer van gewasresten en aanvoer van kwalitatief goede (gecontroleerde) compost, eventueel in een collectief van telers. Klik hier voor het volledige rapport.

Looptijd: 2015
Uitvoering: Wageningen UR - PPO Bollen